Kansrijke Start
In Zuid-Limburg is de levensverwachting gemiddeld een jaar korter en voelen burgers zich ongezonder dan in de rest van Nederland. “Uit onderzoek blijkt dat de achterstand in de jonge jaren begint, zelfs al vóór de conceptie”, vertelt Maria Jansen, hoogleraar en programmaleider van de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Limburg. “In het programma Kansrijke Start Zuid-Limburg pakken we dit probleem daadkrachtig aan.”
Kansrijke Start maakt deel uit van het programma Trendbreuk Limburg waarin 16 Zuid-Limburgse gemeenten en Provincie Limburg samen met zorg- en maatschappelijke partners en wetenschappers werken aan een gezondere bevolking. De doelstelling is dat in 2030 25% van de achterstand is ingelopen. “Trendbreuk richt zich op de jeugd”, zegt Maria. “Dat is niet voor niets, want kinderen die al in het prille begin van hun leven te maken hebben met armoede, stress, onderwijsachterstanden of overgewicht, hebben daar niet alleen de rest van hun leven last van, maar dragen dat ook over naar de volgende generatie. Bij Kansrijke Start ligt de focus op de eerste 1.000 dagen van een kind omdat die cruciaal zijn voor een goede start en daarmee goede fysieke en mentale gezondheid in de rest van het leven.”

Nu Niet Zwanger
Kansrijke Start maakt gebruik van drie interventies waarvan de effectiviteit ruimschoots is bewezen. Fion de Boer, strategisch beleidsmedewerker GGD Zuid-Limburg: “In onze regio worden relatief veel jonge vrouwen ongepland zwanger. Met grote gevolgen voor hun opleiding, werk en toekomst van henzelf en hun kind. Met de methodiek Nu Niet Zwanger gaan professionals het gesprek over seksualiteit, kinderwens en anticonceptie met deze vrouwen aan. Niet vanuit een belerende houding maar op een positieve manier; door zich te verplaatsen in de leefwereld van de cliënt en oprechte interesse te tonen in de situatie, emoties, beweegredenen en vragen van de vrouw. Het idee achter Nu Niet Zwanger is dat jonge kwetsbare vrouwen een veel bewustere keuze maken over wel of niet zwanger worden. Dat de methode werkt, bewijzen de cijfers: er zijn sinds de start in onze regio ruim 350 deelnemers bereikt. Ongeveer 80% van de deelnemers kiest vrijwillig en gemotiveerd voor een structurele vorm van anticonceptie.”
VoorZorg
Ook vroeggeboorten en een te laag geboortegewicht komen in Zuid-Limburg vaker voor. “Het programma VoorZorg is er voor vrouwen (jonger dan 25 jaar) die zwanger zijn van hun eerste kind en te maken hebben met een opeenstapeling van problemen. Vroeggeboorten en te laag geboortegewicht hebben vaak te maken met leefsituatie en gezondheid en dat is dan ook precies waar VoorZorg zich op richt”, zegt Fion. “Het bestaat uit een intensief schema van huisbezoeken door speciaal hiervoor opgeleide verpleegkundigen uit de Jeugdgezondheidszorg. De begeleiding start tijdens de zwangerschap en loopt door tot het kind twee jaar oud is.” Net als Nu Niet Zwanger is VoorZorg bewezen effectief”, zegt Maria. “Het programma richt zich op het bevorderen van de gezondheid en het terugdringen van risico’s zoals armoede of slechte huisvesting. Het vergroot de ontwikkelingskansen van zowel de moeder als het kind. En het werkt nog kostenbesparend ook. De verwachting is dat gemeenten minder geld kwijt zijn aan jeugdzorg omdat het gezin in de opvoeding wordt ondersteund.”
Anders opvoeden
Een derde interventie is Stevig Ouderschap. Fion: “Dit programma is er voor gezinnen waar sprake is van persoonlijke problemen, onvoldoende steun en hulp in de omgeving of een complexe voorgeschiedenis. Stevig Ouderschap draait om het vergroten van zelfvertrouwen en zelfredzaamheid en versterking van het sociale netwerk. (Aanstaande) ouders komen vanaf 16 weken zwangerschap terecht en de ondersteuning is beschikbaar vanaf de zwangerschap tot hun kind twee jaar oud is. Ook hier geldt dat een speciaal opgeleide verpleegkundige uit de Jeugdgezondheidszorg bij het gezin thuis komt en samen met de ouders problemen bespreekt, advies geeft en naar oplossingen zoekt.
Uit onderzoek blijkt dat kinderen waarvan de ouders hebben meegedaan aan Stevig Ouderschap, zich lichamelijk en sociaal-emotioneel beter ontwikkelen. Ouders geven aan dat zij de ontwikkeling van hun kind beter begrijpen en hun gezin daardoor beter in balans is. Ook hebben ze meer vertrouwen in zichzelf als ouders.” En dan is er nog een vierde veelbelovende interventie: Centering Zwangerschap; een vernieuwende aanpak van verloskundige zorg waarbij – na een individuele intake – de controles in groepsverband worden aangeboden aan een groep vrouwen die rond dezelfde tijd zijn uitgerekend. Fion: “We ondersteunen inmiddels een aantal verloskundigenpraktijken die hiermee van start gaan.”

Lange adem
Maria en Fion zijn optimistisch over Kansrijke Start. “Maar het vergt wel een lange adem”, benadrukt Fion. “Daarnaast urgentiebesef, lef om vernieuwend te denken en werken, intensieve samenwerking en goede afstemming tussen de partners in het medische en sociale domein en uiteraard training van professionals." “We zien dat de huidige drie interventies hun vruchten afwerpen. Maar er is meer nodig en daaraan wordt al op verschillende fronten gewerkt”, vult Maria aan. “Zo loopt er bijvoorbeeld een onderzoek onder mbo-studenten. Mbo 1 en 2 is een kwetsbare groep en het is ontzettend belangrijk om daar al het zaadje te planten; in gesprek te gaan over ‘hoe zie jij je toekomst’, ‘wat heb je nodig om die toekomst werkelijkheid te maken’. Ik zie dit als een vorm van burgerschapsonderwijs dat we samen met de instellingen moeten invullen, naast praktische zaken zoals een gezonde kantine, de mogelijkheid om te sporten. We willen jongeren aan het denken zetten.”
Signaleren, verkennen en steun op maat
Maria: “De Academie Verloskunde Maastricht onderzoekt of het gedachtegoed van Positieve Gezondheid een goede aanvulling is op de verloskundige anamnese. Verloskundigen voeren dan het gesprek over zes levensdomeinen en brengen op die manier de kwetsbaarheid op sociaal gebied in kaart. Als uit zo’n gesprek blijkt dat er bepaalde problemen zijn, kan JGZ een prenataal huisbezoek brengen en kan passende steun tijdig worden ingeschakeld om latere problemen te voorkomen.” Fion: “Het actieprogramma Kansrijke Start loopt nu ruim twee jaar en samen met onze partners werken we hard aan de rode draad van signaleren, verkennen en steun op maat. De aftrap vond in 2019 plaats door minister Hugo de Jonge die het mooi verwoordde: “Het moet niet uitmaken waar je wieg staat, maar dat doet het nu blijkbaar wel.” Hij prees de samenwerkingsaanpak in Zuid-Limburg waarbij er veel oog is voor juist het verkleinen van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen.”

Het vergt urgentiebesef, lef om vernieuwend te denken en werken, intensieve samenwerking en goede afstemming tussen de partners in het medische en sociale domein en uiteraard training van professionals